Eigenlijk heeft het altijd met angst te maken als ik niet helemaal open ben. Bijvoorbeeld angst om mijn baan kwijt te raken. Of de angst om niet voor vol te worden aangezien. Op mijn (oude) werk probeerde ik uit alle macht te zorgen dat niemand erachter kwam dat ik reuma had. Door niet open zijn maakte ik mezelf doodongelukkig. Je wordt er bovendien heel moe van om steeds iets te verbergen. Maar ik wilde tenslotte een baan hebben, en de banen lagen toen niet bepaald voor het oprapen.
Later in mijn leven werd duidelijk dat ik naast lichamelijke klachten ook autisme heb. Het werd te veel om te verbergen tijdens het solliciteren. Hoe moest ik bijvoorbeeld uitleggen waar al die gaten in mijn CV vandaan kwamen? Het werd daardoor ook bijna onmogelijk om nog ergens aangenomen te worden als ik open was. ‘Ik ben mank en een beetje apart, mag ik hier werken?’ Ik kreeg gelukkig de kans om ZZP-er te worden. Ik nam me voor mezelf en mijn gedoetjes nooit meer te verbergen.
Niet open zijn is vermoeiend en maakt je ongelukkig.
Tijdens het daten vertelde ik het zo snel mogelijk. Maar wel na minstens 1 goed gesprek, zodat de potentiële nieuwe partner de kans krijgt om je onbevooroordeeld te leren kennen. Dat is een spannend moment, want je weet niet hoe iemand reageert. Reageert hij goed, dan mag hij door naar de volgende ronde. Reageert hij negatief, dan is dat pech voor hem.
Als ik het vertel stel ik me heel kwetsbaar op. Men gaat er bijvoorbeeld snel vanuit dat mijn partner (ik woon gelukkig alweer jaren samen) het wel zwaar zal hebben met mij. Terwijl dat niet per se hoeft te kloppen. Iedereen heeft zijn eigen gebruiksaanwijzing, zelfs de partner van iemand met een psychische kwetsbaarheid.
Soms flap ik het er toevallig uit. Laatst tegen een buurvrouw van een vriendin. Ik vertelde over mijn diagnose. ‘En jij gelooft dat?’ Was het antwoord. Het wordt bovendien vaak verkeerd begrepen. Zoals die keer dat een klant, extra langzaam en duidelijk articulerend tegen mij begon te praten, toen ik het vertelde. Alsof ik doof was. Mensen hebben vaak een verkeerd beeld van wat autisme inhoudt. ‘Dan ben jij zeker een pietje precies?’ Helaas ben ik juist erg chaotisch. Ik mag dan een soms een beetje raar zijn, maar wil je gewoon normaal doen, alsjeblieft? Bovendien is het niet fijn om dingen in te vullen voor een ander. Je slaat dan al snel de plank mis. Dus NIVEA is het devies. De letters staan voor Niet Invullen Voor Een Ander. En als je iets wilt weten, vraag het gewoon.
Het gebeurt ook vaak dat mensen ook makkelijker open over zichzelf zijn als ik iets vertel over mezelf. Zo hoor ik al snel dingen over een ander, die me doen beseffen dat ik niet de enige ben met een bijzonder verhaal.
Dus uiteindelijk ben ik tot de slotsom gekomen dat openheid belangrijk is, en fijner voor mezelf. Vooral tussen mezelf en mijn dierbaren. Maar niet iedereen hoeft alles te weten.