Ouders met psychische klachten willen net zo graag als ieder ander goed zorgen voor hun kinderen. Maar de extra bagage door psychische klachten maakt dat zwaar. “Het is geen onwelwillendheid bij de ouders, maar eerder een kwestie van niet kunnen,” zegt Yvonne Wagenaar, trainer en behandelaar Kind & Jeugd bij GGzE.
Drempels overwinnen
Er liggen behoorlijke drempels als het gaat om het inschakelen van hulp. “Wanneer je ouder bent en zelf klachten hebt, probeer je toch zo lang mogelijk alles zelf te doen voor je kinderen. Maar waarom eigenlijk? Waarom wachten tot het echt uit de hand loopt?”
De weg terug is namelijk veel zwaarder als je te lang wacht met het inzetten van hulp.
“Ouders zijn vaak bang dat de kinderen afgepakt worden als ze hulp inschakelen. Maar toegeven dat het niet goed gaat thuis, is echt geen snelweg naar uithuisplaatsing.” Het doel van het inschakelen van hulp is om samen te zorgen voor de veiligheid thuis. En de balans in het gezin te herstellen.
Praten met leeftijdsgenoten
Yvonne vertelt dat kinderen het fijn vinden om met lotgenoten te praten over wat er thuis gebeurt. “Het helpt enorm als je ziet dat andere kinderen het ook moeilijk hebben thuis. En dat je daar boos en verdrietig over mag zijn.” Volgens Yvonne praten deze kinderen zelden met hun vrienden of familie over de problemen thuis. “Daar speelt loyaliteit naar de ouders een rol: je wil niet klagen over je ouders. Je wil al helemaal niet dat anderen je ouders veroordelen. En als puber wil je niet zielig gevonden worden. Dus houd je het maar voor jezelf.”
Bij de KOPP-groepen van GGzE is er ruimte voor alle verhalen en emoties. “In elke groep zit je bij leeftijdsgenoten. We hebben een groep voor kinderen van ongeveer 9 tot 13 jaar, een van 14 tot 18/19 jaar, en een voor 18+.” Voor baby’s en jonge kinderen is er Baby Extra en de cursus Sterke moeders.
Meestal kent niemand in de groepen elkaar, dit zorgt voor veiligheid. En, wat in de groep besproken wordt, blijft binnen de groep. “We delen bewust geen inhoudelijke dingen met ouders”, aldus Yvonne.
Er is wel ruimte voor ouders om in gesprek te gaan met een behandelaar. “We bieden ouders de kans om tijdens de groep waar hun kind in zit, met een behandelaar te praten.” Aan het eind van een groep volgt een terugkoppelingsgesprek met ouders en kind. Belangrijke thema’s worden dan besproken en er wordt advies gegeven over hoe het nu verder moet.
Je kind aanmelden voor hulp
Yvonne vertelt dat veel gemeentes de hulp voor kinderen financieren. “De meeste gemeentes in regio Eindhoven kunnen de behandeling van je kind betalen vanuit WMO geld.” Er is wel een verwijzing vanuit een huisarts of generalist nodig. Met daarin de vermelding van ‘KOPP’. Maar er hoeft meestal geen WMO-indicatie te zijn.
Jonge kinderen worden vaak aangemeld door ouders of de omgeving, maar pubers trekken ook zelf aan de bel. “Wacht daar gewoon niet te lang mee. Als je jezelf helpt, help je anderen om je heen ook.”
Zorgen om een ander
Soms loop je in een winkel en zie je een moeder wel heel boos reageren op haar zeurende kind. Of je zit bij vrienden op de bank en ziet dat hun dochter er verwaarloosd uitziet. Wat doe je als je je zorgen maakt om ouders en kinderen in je omgeving? “Het valt niet mee om dit soort dingen te bespreken met mensen die je kent. Het voelt toch als kritiek leveren. Maar maak het wel bespreekbaar. Richt je dan niet op het gedrag wat je ziet, maar op de worsteling die je ziet en voelt. Benoem die.
Voor ouders met psychische klachten kan het heel fijn zijn om even de strubbelingen te bespreken, en te voelen: ik ben niet alleen. En dat geldt ook voor hun kinderen.
Niet gelijk in de adviesmodus gaan dus, maar vragen stellen en je open opstellen. Oordeel niet. “Zeg dat je ziet dat de ander het moeilijk heeft. Stel vragen, bijvoorbeeld of ze tevreden zijn over hoe het gaat. Hoe de ander het ouderschap vol houdt. En of je iets voor ze kan doen om te helpen.”