“Een project maken van rouw. Klinkt dat gek? Dat vonden mijn kinderen en vrienden ook. Maar voor mij werkt het.
Na de plotselinge dood van mijn partner stonden mijn vrienden, buren en kinderen voor mij klaar. Boodschappen, wandelen, een praatje, even uithuilen? Ik hoefde maar een kik te geven of er was iemand voor me. Het lijkt ondankbaar, maar ik werd alleen maar ongelukkiger van al die goedbedoelde zorg en aandacht. Ik wilde niet ‘de verdrietige weduwe’ zijn. Ik was 62 en wilde ik uitzoeken wíe en wát ik was toen ik er opeens alleen voor stond.
Ik besloot van mijn rouw een project van te maken. Dat klinkt zakelijk, maar door mijn werk als projectleider weet ik dat ik op die manier dingen voor elkaar kan boksen. Ik begon met kleine doelen. Mijn eerste doel was om mijn nieuwe leven te verkennen. Hoe voelt het om in mijn eentje naar de film of een museum te gaan? In een nieuwe stad rond te lopen? Een weekendje alleen weg te gaan? Elke week koos ik één dag voor een mini-project.
In projectweek 1 ging ik in mijn eentje naar de film. Daarover kan ik nu zeggen: fijn dat het donker was in de zaal en dat niemand mijn tranen kon zien. Het drankje na de film sloeg ik toen nog over. Een paar weken later heb ik in mijn eentje iets gedronken op een terras. Ging goed. Daarna pakte ik steeds iets anders op. Vaak voelde ik zenuwen, soms vertrok ik met bonkend hart of tranen in de ogen. Maar ik dééd het. En het leverde me iets op. Toen ik met onbekenden een praatje maakte over de film die we hadden gezien, besefte ik: voor deze mensen ben ik niet een vrouw-in-de-rouw maar gewoon een vrouw die van film houdt. Stukje bij beetje voelde ik me sterker.
Er waren ook tegenvallers. Mijn eerste weekendje in een vreemde stad was afschuwelijk. Ik voelde me eenzaam en verlaten op mijn hotelkamer. Later ontdekte ik bij toeval een manier die ik wél fijn vind. Ik paste op het hondje van een vriendin in haar huis en merkte dat ik me met de oppashond steviger voelde. Een huis met dieren geeft mij een veilige haven. Ik doe het nu ook af en toe voor onbekenden.
Mijn tip voor anderen: rouw op een manier die bij jóu past, staar je niet blind op de vijf fasen van rouw of zoiets. Een jaar na de start van mijn eigengereide project kan ik zeggen: mijn rouw is niet weg. Ik heb nog af en toe rotdagen maar ik blijf doorgaan. Niet alleen voor mezelf maar ook als voorbeeld voor mijn kinderen. Mijn volgende projectdoel? Een wandeltocht in een kleine groep. Nu zie ik er er nog tegenop, maar ik heb er vertrouwen in dat ook dát me gaat lukken.”